Telegraaf-Mensheid-pers1333
Home / société/Bedrijf / KORAN Soera Al-Baqarah.سورة البقرة

KORAN Soera Al-Baqarah.سورة البقرة

سورة البقرة من الاية 1 الى الاية 30 مع  الترجمة والشرح

Soera Al-Baqarah

1

الم

Alif Lām Mīem.

2

ذَٰلِكَ الْكِتَابُ لَا رَيْبَ ۛ فِيهِ ۛ هُدًى لِّلْمُتَّقِينَ

Dit is het Boek (de Koran) waaraan geen twijfel is, een leidraad voor de moettaqīen.

3

الَّذِينَ يُؤْمِنُونَ بِالْغَيْبِ وَيُقِيمُونَ الصَّلَاةَ وَمِمَّا رَزَقْنَاهُمْ يُنفِقُونَ

Degenen die in het onwaarneembare geloven en de ṣalāh onderhouden en die bijdragen geven van waar Wij hun mee hebben voorzien.

4

وَالَّذِينَ يُؤْمِنُونَ بِمَا أُنزِلَ إِلَيْكَ وَمَا أُنزِلَ مِن قَبْلِكَ وَبِالْآخِرَةِ هُمْ يُوقِنُونَ

En degenen die geloven in wat aan jou (O Mohammed) is neergezonden (de Koran) en in wat vóór jou is neergezonden en die van het (bestaan van het) Hiernamaals overtuigd zijn.

5

أُولَٰئِكَ عَلَىٰ هُدًى مِّن رَّبِّهِمْ ۖ وَأُولَٰئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ

Zij zijn degenen die leiding van hun Heer ontvangen en zij zijn degenen die welslagen.

Nieuw pagina

6

إِنَّ الَّذِينَ كَفَرُوا سَوَاءٌ عَلَيْهِمْ أَأَنذَرْتَهُمْ أَمْ لَمْ تُنذِرْهُمْ لَا يُؤْمِنُونَ

Voorwaar, voor degenen die niet geloven, maakt het geen verschil of jij hen waarschuwt of dat jij hen niet waarschuwt: zij zullen niet geloven.

7

خَتَمَ اللَّهُ عَلَىٰ قُلُوبِهِمْ وَعَلَىٰ سَمْعِهِمْ ۖ وَعَلَىٰ أَبْصَارِهِمْ غِشَاوَةٌ ۖ وَلَهُمْ عَذَابٌ عَظِيمٌ

Allah heeft hun harten en hun gehoor verzegeld en over hun ogen ligt een bedekking en voor hen is er een geweldige bestraffing.

Roekoeʾ (begin van nieuw thema)

8

وَمِنَ النَّاسِ مَن يَقُولُ آمَنَّا بِاللَّهِ وَبِالْيَوْمِ الْآخِرِ وَمَا هُم بِمُؤْمِنِينَ

En er zijn er onder de mensen die zeggen: « Wij geloven in Allah en in de Laatste Dag, » terwijl zij geen gelovigen zijn.

9

يُخَادِعُونَ اللَّهَ وَالَّذِينَ آمَنُوا وَمَا يَخْدَعُونَ إِلَّا أَنفُسَهُمْ وَمَا يَشْعُرُونَ

Zij trachten Allah en degenen die geloven te bedriegen, maar zij bedriegen niemand dan zichzelf, terwijl zij het niet beseffen.

10

فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ فَزَادَهُمُ اللَّهُ مَرَضًا ۖ وَلَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ بِمَا كَانُوا يَكْذِبُونَ

In hun hart is een ziekte (twijfel en huichelarij) en Allah heeft deze ziekte doen verergeren, en voor hen is er een pijnlijke bestraffing vanwege wat zij plachten te loochenen.

11

وَإِذَا قِيلَ لَهُمْ لَا تُفْسِدُوا فِي الْأَرْضِ قَالُوا إِنَّمَا نَحْنُ مُصْلِحُونَ

En als er tot hen wordt gezegd: « Zaai geen verderf op aarde, » dan zeggen zij: « Voorwaar, wij zijn slechts verbeteraars (van de juiste normen en waarden) ».

12

أَلَا إِنَّهُمْ هُمُ الْمُفْسِدُونَ وَلَٰكِن لَّا يَشْعُرُونَ

Weet: voorwaar, zij zijn de verderfzaaiers, maar zij beseffen het niet.

13

وَإِذَا قِيلَ لَهُمْ آمِنُوا كَمَا آمَنَ النَّاسُ قَالُوا أَنُؤْمِنُ كَمَا آمَنَ السُّفَهَاءُ ۗ أَلَا إِنَّهُمْ هُمُ السُّفَهَاءُ وَلَٰكِن لَّا يَعْلَمُونَ

En als er tot hen wordt gezegd: « Geloof zoals de mensen geloven, » dan zeggen zij: « Zullen wij geloven zoals de dwazen geloven? » Voorwaar, zij zijn de dwazen, maar zij weten het niet.

14

وَإِذَا لَقُوا الَّذِينَ آمَنُوا قَالُوا آمَنَّا وَإِذَا خَلَوْا إِلَىٰ شَيَاطِينِهِمْ قَالُوا إِنَّا مَعَكُمْ إِنَّمَا نَحْنُ مُسْتَهْزِئُونَ

En als zij degenen die geloven ontmoeten, dan zeggen zij: « Wij geloven. » Maar wanneer zij terugkeren naar hun Satans (die hun leiders zijn) dan zeggen zij: « Voorwaar, wij staan aan jullie kant. Voorwaar, wij zijn slechts spotters. »

15

اللَّهُ يَسْتَهْزِئُ بِهِمْ وَيَمُدُّهُمْ فِي طُغْيَانِهِمْ يَعْمَهُونَ

Allah spot met hen en laat hen rusteloos in hun overtredingen verkeren.

16

أُولَٰئِكَ الَّذِينَ اشْتَرَوُا الضَّلَالَةَ بِالْهُدَىٰ فَمَا رَبِحَت تِّجَارَتُهُمْ وَمَا كَانُوا مُهْتَدِينَ

Zij zijn degenen die de leiding voor de dwaling hebben verruild, daarom levert hun handel geen winst op, en zij zijn geen rechtgeleidenen.

Nieuw pagina

17

مَثَلُهُمْ كَمَثَلِ الَّذِي اسْتَوْقَدَ نَارًا فَلَمَّا أَضَاءَتْ مَا حَوْلَهُ ذَهَبَ اللَّهُ بِنُورِهِمْ وَتَرَكَهُمْ فِي ظُلُمَاتٍ لَّا يُبْصِرُونَ

Hun gelijkenis is als de gelijkenis van degene die een vuur ontsteekt: wanneer het (vuur) zijn omgeving verlicht, dan neemt Allah hun licht weg en laat Hij hen in de duisternissen achter. Zij zien niet.

18

صُمٌّ بُكْمٌ عُمْيٌ فَهُمْ لَا يَرْجِعُونَ

(Zij zijn) doof, stom, en blind (van hart), daarom keren zij niet terug.

19

أَوْ كَصَيِّبٍ مِّنَ السَّمَاءِ فِيهِ ظُلُمَاتٌ وَرَعْدٌ وَبَرْقٌ يَجْعَلُونَ أَصَابِعَهُمْ فِي آذَانِهِم مِّنَ الصَّوَاعِقِ حَذَرَ الْمَوْتِ ۚ وَاللَّهُ مُحِيطٌ بِالْكَافِرِينَ

Of als (de gelijkenis, met) een regenstorm uit de hemel met daarin duisternissen, donder en bliksem. Zij stoppen hun vingers in hun oren voor de donderslagen, uit doodsangst. En Allah omvat de ongelovigen.

20

يَكَادُ الْبَرْقُ يَخْطَفُ أَبْصَارَهُمْ ۖ كُلَّمَا أَضَاءَ لَهُم مَّشَوْا فِيهِ وَإِذَا أَظْلَمَ عَلَيْهِمْ قَامُوا ۚ وَلَوْ شَاءَ اللَّهُ لَذَهَبَ بِسَمْعِهِمْ وَأَبْصَارِهِمْ ۚ إِنَّ اللَّهَ عَلَىٰ كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ

Bijna rukt de bliksem hun gezicht weg. Telkens wanneer deze hen verlicht, dan lopen zij in (het licht), maar wanneer hij hen in de duisternis laat, dan blijven ze staan. En als Allah het had gewild, dan had Hij hun gehoor en hun gezicht weggenomen. Voorwaar, Allah is Almachtig over alle zaken.

Roekoeʾ (begin van nieuw thema)

21

يَا أَيُّهَا النَّاسُ اعْبُدُوا رَبَّكُمُ الَّذِي خَلَقَكُمْ وَالَّذِينَ مِن قَبْلِكُمْ لَعَلَّكُمْ تَتَّقُونَ

O mensen, aanbid jullie Heer, Degene die jullie heeft geschapen en degenen vóór jullie. Hopelijk zullen jullie (Allah) vrezen.

22

الَّذِي جَعَلَ لَكُمُ الْأَرْضَ فِرَاشًا وَالسَّمَاءَ بِنَاءً وَأَنزَلَ مِنَ السَّمَاءِ مَاءً فَأَخْرَجَ بِهِ مِنَ الثَّمَرَاتِ رِزْقًا لَّكُمْ ۖ فَلَا تَجْعَلُوا لِلَّهِ أَندَادًا وَأَنتُمْ تَعْلَمُونَ

Degene die de aarde voor jullie heeft gemaakt tot een tapijt en de hemel tot een gewelf en Hij zendt water uit de hemel neer, waarmee Hij vervolgens vruchten voortbrengt als voorziening voor jullie. Ken daarom geen deelgenoten toe aan Allah, terwijl jullie (het) weten.

23

وَإِن كُنتُمْ فِي رَيْبٍ مِّمَّا نَزَّلْنَا عَلَىٰ عَبْدِنَا فَأْتُوا بِسُورَةٍ مِّن مِّثْلِهِ وَادْعُوا شُهَدَاءَكُم مِّن دُونِ اللَّهِ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ

En als jullie in twijfel verkeren over wat Wij hebben neergezonden aan Onze dienaar (Mohammed), breng dan een gelijkwaardige Soera voort, en roep jullie getuigen buiten Allah op, als jullie waarachtigen zijn.

24

فَإِن لَّمْ تَفْعَلُوا وَلَن تَفْعَلُوا فَاتَّقُوا النَّارَ الَّتِي وَقُودُهَا النَّاسُ وَالْحِجَارَةُ ۖ أُعِدَّتْ لِلْكَافِرِينَ

Als jullie dan daartoe niet in staat zijn, en jullie zullen er nooit toe in staat zijn, vrees dan de Hel; haar brandstof bestaat uit mensen en stenen, (zij is) gereedgemaakt voor de ongelovigen.

Nieuw pagina

25

وَبَشِّرِ الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ أَنَّ لَهُمْ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ ۖ كُلَّمَا رُزِقُوا مِنْهَا مِن ثَمَرَةٍ رِّزْقًا ۙ قَالُوا هَٰذَا الَّذِي رُزِقْنَا مِن قَبْلُ ۖ وَأُتُوا بِهِ مُتَشَابِهًا ۖ وَلَهُمْ فِيهَا أَزْوَاجٌ مُّطَهَّرَةٌ ۖ وَهُمْ فِيهَا خَالِدُونَ

En geef (O Mohammed) goede tijdingen aan degenen die geloven en goede werken verrichten: dat er voor hen Tuinen (in het Paradijs) zijn waar onderdoor de rivieren stromen. Telkens wanneer hun daaruit een vrucht wordt gegeven als voorziening, zeggen zij: « Dit is waarmee wij vroeger zijn voorzien. » en het soortgelijke zal hun gegeven worden en er zijn daarin reine echtgenoten voor hen, en zij zijn daarin eeuwig levenden.

26

إِنَّ اللَّهَ لَا يَسْتَحْيِي أَن يَضْرِبَ مَثَلًا مَّا بَعُوضَةً فَمَا فَوْقَهَا ۚ فَأَمَّا الَّذِينَ آمَنُوا فَيَعْلَمُونَ أَنَّهُ الْحَقُّ مِن رَّبِّهِمْ ۖ وَأَمَّا الَّذِينَ كَفَرُوا فَيَقُولُونَ مَاذَا أَرَادَ اللَّهُ بِهَٰذَا مَثَلًا ۘ يُضِلُّ بِهِ كَثِيرًا وَيَهْدِي بِهِ كَثِيرًا ۚ وَمَا يُضِلُّ بِهِ إِلَّا الْفَاسِقِينَ

Voorwaar, Allah acht het niet beneden Zich om een mug tot gelijkenis te stellen, of iets dat nietiger is dan dat. Wat betreft degenen die geloven, zij weten dat het de Waarheid van hun Heer is. En wat degenen betreft die niet geloven, zij zeggen: « Wat bedoelt Allah met deze gelijkenis? » Hij (Allah) doet er velen mee dwalen en Hij leidt er velen mee, en Hij doet er niemand door dwalen dan de grote zondaren.

27

الَّذِينَ يَنقُضُونَ عَهْدَ اللَّهِ مِن بَعْدِ مِيثَاقِهِ وَيَقْطَعُونَ مَا أَمَرَ اللَّهُ بِهِ أَن يُوصَلَ وَيُفْسِدُونَ فِي الْأَرْضِ ۚ أُولَٰئِكَ هُمُ الْخَاسِرُونَ

(Zij zijn) degenen die het verbond met Allah verbreken na de bekrachtiging ervan, en die verbreken wat Allah bevolen heeft om te verbinden en die verderf op aarde zaaien. Zij zijn degenen die de verliezers zijn.

28

كَيْفَ تَكْفُرُونَ بِاللَّهِ وَكُنتُمْ أَمْوَاتًا فَأَحْيَاكُمْ ۖ ثُمَّ يُمِيتُكُمْ ثُمَّ يُحْيِيكُمْ ثُمَّ إِلَيْهِ تُرْجَعُونَ

Hoe kunnen jullie niet in Allah geloven, terwijl jullie levenloos waren en Hij jullie toen tot leven bracht; waarop Hij jullie deed sterven, daarna doet Hij jullie herleven, en tenslotte zullen jullie tot hem terugkeren.

29

هُوَ الَّذِي خَلَقَ لَكُم مَّا فِي الْأَرْضِ جَمِيعًا ثُمَّ اسْتَوَىٰ إِلَى السَّمَاءِ فَسَوَّاهُنَّ سَبْعَ سَمَاوَاتٍ ۚ وَهُوَ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ

Hij is Allah, die voor jullie alles wat op aarde is geschapen heeft, daarna wendde Hij Zich tot de hemel en vormde deze tot zeven hemelen. En Hij is Alwetend over alle zaken.

Nieuw pagina Roekoeʾ (begin van nieuw thema)

30

وَإِذْ قَالَ رَبُّكَ لِلْمَلَائِكَةِ إِنِّي جَاعِلٌ فِي الْأَرْضِ خَلِيفَةً ۖ قَالُوا أَتَجْعَلُ فِيهَا مَن يُفْسِدُ فِيهَا وَيَسْفِكُ الدِّمَاءَ وَنَحْنُ نُسَبِّحُ بِحَمْدِكَ وَنُقَدِّسُ لَكَ ۖ قَالَ إِنِّي أَعْلَمُ مَا لَا تَعْلَمُونَ

En toen jouw Heer tot de engelen zei: « Voorwaar, Ik zal op aarde een gevolmachtigde aanstellen, » zeiden zij: « Gaat U daarop iemand aanstellen die verderf zal zaaien en bloed zal vergieten, terwijl wij U roemen met de lofprijzing die U toekomt en wij U heiligen? » Hij zei: « Voorwaar, Ik weet wat jullie niet weten. »

……………………………………

Vertaling

سورة البقرة – Soerat Albaqarah

آية: 1

الٓمٓ

  1. Alief, Lam, Miem

 

آية: 2

ذَٰلِكَ ٱلۡكِتَٰبُ لَا رَيۡبَۛ فِيهِۛ هُدٗى لِّلۡمُتَّقِينَ

  1. Dit is het Boek, waarover geen twijfel bestaat, een leidraad voor degenen die godvrezend zijn.

 

آية: 3

ٱلَّذِينَ يُؤۡمِنُونَ بِٱلۡغَيۡبِ وَيُقِيمُونَ ٱلصَّلَوٰةَ وَمِمَّا رَزَقۡنَٰهُمۡ يُنفِقُونَ

  1. Die in het onzichtbare geloven en de gebeden volmaakt verrichten en datgene, waar Wij hen van voorzien hebben, besteden en dit voor henzelf, hun ouders, hun kinderen, hun echtgenoten etc. besteden en ook aalmoezen aan de armen geven en geld besteden op Allah’s weg.

 

آية: 4

وَٱلَّذِينَ يُؤۡمِنُونَ بِمَآ أُنزِلَ إِلَيۡكَ وَمَآ أُنزِلَ مِن قَبۡلِكَ وَبِٱلۡأٓخِرَةِ هُمۡ يُوقِنُونَ

  1. En die geloven in datgene dat aan jou is neergezonden. En wat vóór jou is neergezonden. En zij geloven met zekerheid in het hiernamaals.

 

آية: 5

أُوْلَٰٓئِكَ عَلَىٰ هُدٗى مِّن رَّبِّهِمۡۖ وَأُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡمُفۡلِحُونَ

  1. Zij hebben de leiding van hun Heer en zullen daarom succes hebben.

 

آية: 6

إِنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ سَوَآءٌ عَلَيۡهِمۡ ءَأَنذَرۡتَهُمۡ أَمۡ لَمۡ تُنذِرۡهُمۡ لَا يُؤۡمِنُونَ

  1. Waarlijk, voor degenen die ongelovig zijn maakt het niet uit of jij ze al dan niet waarschuwt: ze zullen toch niet geloven.

 

آية: 7

خَتَمَ ٱللَّهُ عَلَىٰ قُلُوبِهِمۡ وَعَلَىٰ سَمۡعِهِمۡۖ وَعَلَىٰٓ أَبۡصَٰرِهِمۡ غِشَٰوَةٞۖ وَلَهُمۡ عَذَابٌ عَظِيمٞ

  1. Allah heeft een zegel op hun harten en op hun gehoor geplaatst en over hun gehoor en over hun ogen is er een bedekking. Hun zal een grote bestraffing ten deel vallen.

 

آية: 8

وَمِنَ ٱلنَّاسِ مَن يَقُولُ ءَامَنَّا بِٱللَّهِ وَبِٱلۡيَوۡمِ ٱلۡأٓخِرِ وَمَا هُم بِمُؤۡمِنِينَ

  1. En in de mensheid zijn een aantal die zeggen: “Wij geloven in Allah en de laatste dag” terwijl zij daar eigenlijk niet in geloven.

 

آية: 9

يُخَٰدِعُونَ ٱللَّهَ وَٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَمَا يَخۡدَعُونَ إِلَّآ أَنفُسَهُمۡ وَمَا يَشۡعُرُونَ

  1. Zij (denken) dat zij Allah en degenen die geloven bedriegen, terwijl zij slechts zichzelf bedriegen en zij beseffen (het) niet.

 

آية: 10

فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٞ فَزَادَهُمُ ٱللَّهُ مَرَضٗاۖ وَلَهُمۡ عَذَابٌ أَلِيمُۢ بِمَا كَانُواْ يَكۡذِبُونَ

  1. In hun harten is een ziekte en Allah heeft de ziekte doen toenemen. Er is voor hen een pijnlijke bestraffing, vanwege wat zij plachten te loochenen.

 

آية: 11

وَإِذَا قِيلَ لَهُمۡ لَا تُفۡسِدُواْ فِي ٱلۡأَرۡضِ قَالُوٓاْ إِنَّمَا نَحۡنُ مُصۡلِحُونَ

  1. En wanneer tegen hen gezegd werd: “Zaai geen verderf op aarde,” dan zeggen zij: “Wij zijn slechts vredestichters.”

 

آية: 12

أَلَآ إِنَّهُمۡ هُمُ ٱلۡمُفۡسِدُونَ وَلَٰكِن لَّا يَشۡعُرُونَ

  1. Waarlijk! Zij zijn degenen die verderf zaaien maar zij beseffen het niet.

 

آية: 13

وَإِذَا قِيلَ لَهُمۡ ءَامِنُواْ كَمَآ ءَامَنَ ٱلنَّاسُ قَالُوٓاْ أَنُؤۡمِنُ كَمَآ ءَامَنَ ٱلسُّفَهَآءُۗ أَلَآ إِنَّهُمۡ هُمُ ٱلسُّفَهَآءُ وَلَٰكِن لَّا يَعۡلَمُونَ

  1. En wanneer tot hen gezegd wordt: “Geloof zoals de mens geloofd heeft,” zeggen zij: “Moeten wij geloven zoals die dwazen geloofd hebben?” Waarlijk, zij zijn de dwazen, maar zij weten het niet.

 

آية: 14

وَإِذَا لَقُواْ ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ قَالُوٓاْ ءَامَنَّا وَإِذَا خَلَوۡاْ إِلَىٰ شَيَٰطِينِهِمۡ قَالُوٓاْ إِنَّا مَعَكُمۡ إِنَّمَا نَحۡنُ مُسۡتَهۡزِءُونَ

  1. En als ze gelovigen tegenkomen, zeggen zij: “Wij geloven,” maar als zij alleen zijn met hun duivels zeggen zij: “”Waarlijk wij behoren bij jullie, waarlijk, wij spotten slechts.”

 

آية: 15

ٱللَّهُ يَسۡتَهۡزِئُ بِهِمۡ وَيَمُدُّهُمۡ فِي طُغۡيَٰنِهِمۡ يَعۡمَهُونَ

  1. Allah spot met hen en laat hun in hun overtredingen(vermeerderd) blind rondlopen.

 

آية: 16

أُوْلَٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ ٱشۡتَرَوُاْ ٱلضَّلَٰلَةَ بِٱلۡهُدَىٰ فَمَا رَبِحَت تِّجَٰرَتُهُمۡ وَمَا كَانُواْ مُهۡتَدِينَ

  1. Zij zijn degenen die het kwaad voor leiding hebben gekocht: hun handel is dus zonder winst. En zij zijn niet geleid.

 

آية: 17

مَثَلُهُمۡ كَمَثَلِ ٱلَّذِي ٱسۡتَوۡقَدَ نَارٗا فَلَمَّآ أَضَآءَتۡ مَا حَوۡلَهُۥ ذَهَبَ ٱللَّهُ بِنُورِهِمۡ وَتَرَكَهُمۡ فِي ظُلُمَٰتٖ لَّا يُبۡصِرُونَ

  1. Zij lijken op degenen die een vuur aansteken; als het dan rond om hen heen licht is, neemt Allah hun licht weg en laat hen in het donker achter. Zij kunnen (dus) niet zien(door hun zieke harten en slechte daden).

 

آية: 18

صُمُّۢ بُكۡمٌ عُمۡيٞ فَهُمۡ لَا يَرۡجِعُونَ

  1. Zij zijn doof, stom en blind en keren dus niet terug(door hun slechte handelingen zonder terug te keren naar Allah in berouw).

 

آية: 19

أَوۡ كَصَيِّبٖ مِّنَ ٱلسَّمَآءِ فِيهِ ظُلُمَٰتٞ وَرَعۡدٞ وَبَرۡقٞ يَجۡعَلُونَ أَصَٰبِعَهُمۡ فِيٓ ءَاذَانِهِم مِّنَ ٱلصَّوَٰعِقِ حَذَرَ ٱلۡمَوۡتِۚ وَٱللَّهُ مُحِيطُۢ بِٱلۡكَٰفِرِينَ

  1. Of als de regenbui uit de hemel waarin duisternis, donder en bliksem is. Zij stoppen hun vingers in hun oren om de donderslag niet te horen, omdat zij bang voor de dood zijn. Maar Allah omsluit altijd de ongelovigen.

 

آية: 20

يَكَادُ ٱلۡبَرۡقُ يَخۡطَفُ أَبۡصَٰرَهُمۡۖ كُلَّمَآ أَضَآءَ لَهُم مَّشَوۡاْ فِيهِ وَإِذَآ أَظۡلَمَ عَلَيۡهِمۡ قَامُواْۚ وَلَوۡ شَآءَ ٱللَّهُ لَذَهَبَ بِسَمۡعِهِمۡ وَأَبۡصَٰرِهِمۡۚ إِنَّ ٱللَّهَ عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٖ قَدِيرٞ

  1. De bliksem verblindt hen haast, als het voor hen flitst dan lopen zij erin en als het donker is, staan ze stil. En als Allah het gewild had, had Hij hun gehoor en gezicht weg kunnen nemen. Allah heeft beslist macht over alle zaken.

 

آية: 21

يَٰٓأَيُّهَا ٱلنَّاسُ ٱعۡبُدُواْ رَبَّكُمُ ٱلَّذِي خَلَقَكُمۡ وَٱلَّذِينَ مِن قَبۡلِكُمۡ لَعَلَّكُمۡ تَتَّقُونَ

  1. O Mensheid! Aanbid jullie Heer Die jullie geschapen heeft en degenen vóór jullie, zodat jullie godvrezend worden.

 

آية: 22

ٱلَّذِي جَعَلَ لَكُمُ ٱلۡأَرۡضَ فِرَٰشٗا وَٱلسَّمَآءَ بِنَآءٗ وَأَنزَلَ مِنَ ٱلسَّمَآءِ مَآءٗ فَأَخۡرَجَ بِهِۦ مِنَ ٱلثَّمَرَٰتِ رِزۡقٗا لَّكُمۡۖ فَلَا تَجۡعَلُواْ لِلَّهِ أَندَادٗا وَأَنتُمۡ تَعۡلَمُونَ

  1. Die de aarde als rustplaats voor jullie gemaakt heeft, en de hemel als een dak en regen van de hemel naar beneden stuurt en fruit voor jullie als levensonderhoud heeft voortgebracht. Neem geen deelgenoten aan bij Allah terwijl jullie weten.

 

آية: 23

وَإِن كُنتُمۡ فِي رَيۡبٖ مِّمَّا نَزَّلۡنَا عَلَىٰ عَبۡدِنَا فَأۡتُواْ بِسُورَةٖ مِّن مِّثۡلِهِۦ وَٱدۡعُواْ شُهَدَآءَكُم مِّن دُونِ ٱللَّهِ إِن كُنتُمۡ صَٰدِقِينَ

  1. En als jullie twijfelen over hetgeen Wij naar beneden gezonden hebben aan Onze slaaf, maak dan een soerah van gelijk niveau en roep je getuigen op naast Allah, als jullie waarachtig zijn.

 

آية: 24

فَإِن لَّمۡ تَفۡعَلُواْ وَلَن تَفۡعَلُواْ فَٱتَّقُواْ ٱلنَّارَ ٱلَّتِي وَقُودُهَا ٱلنَّاسُ وَٱلۡحِجَارَةُۖ أُعِدَّتۡ لِلۡكَٰفِرِينَ

  1. Maar als jullie dat niet doen, en jullie kunnen dat nooit doen, vrees dan het vuur dat door een brandstof gevoed wordt die uit mensen en stenen bestaat, voorbereid voor de ongelovigen.

 

آية: 25

وَبَشِّرِ ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَعَمِلُواْ ٱلصَّٰلِحَٰتِ أَنَّ لَهُمۡ جَنَّٰتٖ تَجۡرِي مِن تَحۡتِهَا ٱلۡأَنۡهَٰرُۖ كُلَّمَا رُزِقُواْ مِنۡهَا مِن ثَمَرَةٖ رِّزۡقٗا قَالُواْ هَٰذَا ٱلَّذِي رُزِقۡنَا مِن قَبۡلُۖ وَأُتُواْ بِهِۦ مُتَشَٰبِهٗاۖ وَلَهُمۡ فِيهَآ أَزۡوَٰجٞ مُّطَهَّرَةٞۖ وَهُمۡ فِيهَا خَٰلِدُونَ

  1. En breng degenen die geloven (en hierin standvastig blijven) blijde tijding en goede daden verrichten, dat zij in de tuinen zullen zijn waar rivieren onderdoor stromen. Elke keer als zij daarvan fruit ontvangen zullen zij zeggen: “Dit is wat wij al eerder hebben gekregen(in het paradijs zijner ook wereldse namen zoals, fruit honing enz maar ze zijn niet vergelijkbaar met de fruit of honing van het wereldse),” en zij zullen dingen krijgen die overeen lijken te komen en zij zullen daar reine echtgenotes hebben en zij zullen daar voor altijd verblijven.

 

آية: 26

۞ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يَسۡتَحۡيِۦٓ أَن يَضۡرِبَ مَثَلٗا مَّا بَعُوضَةٗ فَمَا فَوۡقَهَاۚ فَأَمَّا ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ فَيَعۡلَمُونَ أَنَّهُ ٱلۡحَقُّ مِن رَّبِّهِمۡۖ وَأَمَّا ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ فَيَقُولُونَ مَاذَآ أَرَادَ ٱللَّهُ بِهَٰذَا مَثَلٗاۘ يُضِلُّ بِهِۦ كَثِيرٗا وَيَهۡدِي بِهِۦ كَثِيرٗاۚ وَمَا يُضِلُّ بِهِۦٓ إِلَّا ٱلۡفَٰسِقِينَ

  1. Waarlijk, Allah schaamt zich niet om een parabel over zelfs maar een mug te beschrijven of iets anders als het kleiner is. En voor degenen die geloven is dit de waarheid van hun Heer, maar de ongelovigen zeggen: “Wat bedoelde Allah met deze parabel?” Door het (de parabel) misleidt Hij er velen, en velen leidt Hij erdoor. En Hij misleidt slechts degenen die niet aan Allah’s gehoorzaamheid beantwoorden.

 

آية: 27

ٱلَّذِينَ يَنقُضُونَ عَهۡدَ ٱللَّهِ مِنۢ بَعۡدِ مِيثَٰقِهِۦ وَيَقۡطَعُونَ مَآ أَمَرَ ٱللَّهُ بِهِۦٓ أَن يُوصَلَ وَيُفۡسِدُونَ فِي ٱلۡأَرۡضِۚ أُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡخَٰسِرُونَ

  1. Degenen die het Verbond met Allah verbreken nadat zij het zijn aangegaan en losbreken wat Allah bevolen heeft te verbinden en misdaden plegen op aarde, zij zijn het die de verliezers zijn.

 

آية: 28

كَيۡفَ تَكۡفُرُونَ بِٱللَّهِ وَكُنتُمۡ أَمۡوَٰتٗا فَأَحۡيَٰكُمۡۖ ثُمَّ يُمِيتُكُمۡ ثُمَّ يُحۡيِيكُمۡ ثُمَّ إِلَيۡهِ تُرۡجَعُونَ

  1. Hoe kun je niet in Allah geloven! Jullie zagen toch dat jullie dood waren en Hij jullie het leven heeft gegeven. Toen gaf Hij jullie de dood en opnieuw bracht Hij jullie tot leven en tot Hem zullen jullie terugkeren.

 

آية: 29

هُوَ ٱلَّذِي خَلَقَ لَكُم مَّا فِي ٱلۡأَرۡضِ جَمِيعٗا ثُمَّ ٱسۡتَوَىٰٓ إِلَى ٱلسَّمَآءِ فَسَوَّىٰهُنَّ سَبۡعَ سَمَٰوَٰتٖۚ وَهُوَ بِكُلِّ شَيۡءٍ عَلِيمٞ

(1)alle namen van allah en zijn eigenschappen gelooft de moslim in zonder ta-ewiel (verdraaiing van de woorden en betekenissen), en zonder ta’tiel (ontkenning, door deze allemaal of een aantal ervan te ontkennen), en zonder takyief (de ‘hoe’ daarvan te bepalen, en zonder tashbieh (een vergelijking of gelijkenis daarmee te stellen – ze vergelijken met iets van Zijn schepping). Je dient ze te laten zoals deze overgeleverd zijn, met overtuiging betreffende de bedoeling en de betekenis daarvan volgens datgene wat past bij de Majesteitelijkheid van Allah en Zijn Almacht en Grootsheid.” (

 

آية: 30

وَإِذۡ قَالَ رَبُّكَ لِلۡمَلَٰٓئِكَةِ إِنِّي جَاعِلٞ فِي ٱلۡأَرۡضِ خَلِيفَةٗۖ قَالُوٓاْ أَتَجۡعَلُ فِيهَا مَن يُفۡسِدُ فِيهَا وَيَسۡفِكُ ٱلدِّمَآءَ وَنَحۡنُ نُسَبِّحُ بِحَمۡدِكَ وَنُقَدِّسُ لَكَۖ قَالَ إِنِّيٓ أَعۡلَمُ مَا لَا تَعۡلَمُونَ

  1. En (gedenk) toen jullie Heer tegen de engelen zei: “Ik zal de mens generatie na generatie op aarde plaatsen.” Zij zeiden: “Zult U daar iemand plaatsen die misdaden pleegt en bloed laat vloeien – terwijl wij U verheerlijken, U prijzen en danken en U heilig maken.” Hij (Allah) zei: “Ik weet wat jullie niet weten.”

………………………………….

religieuze plaatsen

LET OP:  S.v.p. controleren en fouten

About editor

Check Also

Arrivée à Riyad de M. Akhannouch pour représenter Sa Majesté le Roi à trois réunions au sommet

Le Chef du gouvernement, M. Aziz Akhannouch est arrivé jeudi soir à Riyad, pour représenter …

Laisser un commentaire

Votre adresse e-mail ne sera pas publiée. Les champs obligatoires sont indiqués avec *

Telegraaf-Mensheid-pers1333